SOCAV: naar betekenisvol handelen en een attitudeverandering

Inleiding

Eigen regie en het benutten van mogelijkheden vormen de kern van de SOCAV-methode. De methode ondersteunt en versterkt zowel de persoon met dementie als de verzorger of mantelzorger.  Vaardigheden die al lang verdwenen leken worden weer aangeboord. Maar wat betekent dat concreet? En hoe werkt dit in de thuissituatie? Maud Graff, Hoogleraar Ergotherapie en Lieve Roets, gedragsdeskundige en senior-onderzoeker, leggen uit. Maud Graff richt zich op bevordering van eigen regie en participatie in betekenisvolle dagelijkse activiteiten en de maatschappij van kwetsbare doelgroepen die daarin beperkt of belemmerd worden en hun mantelzorgers. De focus van Lieve Roets ligt op de gespreksvoering tussen zorgmedewerkers en hun cliënten.

Betekenisvol handelen

Graff vertelt over twee kernwaarden die voor iedereen belangrijk zijn om grip te hebben op het leven: eigen regie en autonomie. Op precies deze waarden is de SOCAV-methode gebaseerd. “We gaan met de SOCAV-methode uit van de persoon zelf. Wat is iemands levensverhaal, wat zijn gewoontes, wensen en behoeftes, hoe ziet het sociale netwerk eruit?” Centraal staan betekenisvolle activiteiten die passen bij de persoon. “Daarom is het belangrijk om iemand goed te leren kennen. Wat zijn iemands interesses, welke muziek houdt hij of zij van? De methode is zo ontwikkeld dat we van daaruit mensen in hun kracht zetten en versterken.” Daarvoor is het nodig dat professionals op een persoonsgerichte manier werken, geeft Graff aan. Dit is een stap opzij van de vaak taakgerichte manier van handelen. “Als verzorgende kom je dus niet alleen binnen om een taak uit te voeren, om bijvoorbeeld iemand te wassen of helpen aankleden. We staan stil bij de manier waarop je dat doet, of dat past bij de persoon, en of je het niet samen kunt doen.”

Vernieuwing

Het traject van verandering dat de verzorgende ingaat is dus een belangrijk onderdeel van de SOCAV-methode. “We willen een attitudeverandering bij de verzorgende bewerkstelligen. Daarom starten we met bewustwording over hun eigen handelen en nemen we daar de tijd voor. We begeleiden de verzorgende gedurende het traject. We gebruiken daarvoor zowel groepsbijeenkomsten als individuele coaching, onder begeleiding van een SOCAV-coach.”

Lieve Roets traint SOCAV-coaches. De coach maakt samen met de verzorgende inzichtelijk wat het effect is van het eigen handelen op de persoon met dementie. “De coach vraagt de verzorgende om in gedachten terug te gaan naar een concrete en recente werksituatie. Een belangrijke vraag die de coach stelt is: waar was je tevreden over, over wat je ZELF deed? Een basisvaardigheid die de verzorgenden vooraf leren is ‘kijken – doen – kijken’. We starten met kijken naar de persoon, bepalen vervolgens bewust de acties, en kijken vervolgens naar het effect. Wat doet het met de persoon? Hiermee geeft de coach de verzorgende een tool om zelfstandig naar hun eigen handelen te kijken en bewuster keuzes te maken het anders te doen.” Een simpel voorbeeld is bij binnenkomst niet met haast te beginnen aan je taken, maar eerst even te gaan zitten, op ooghoogte komen en contact maken.

De ervaring leert dat verzorgenden het spannend vinden om op een nieuwe manier te werk te gaan. “Vaak hebben zij al allerlei scholingen achter de rug. Maar hier gaat immers niet om het leren en overnemen van vaardigheden die anderen je aanleren, maar om een echte gedragsverandering door naar je eigen handelen en het effect daarvan op de oudere persoon met dementie. En dat kan wel eens schuren: verzorgenden die de coaching doorlopen stellen vaak vast dat ze zelf veel te veel invullen voor de oudere persoon. Wegens dat schuren hebben we de inhoud van de coaching daarop aangepast, en bieden ruimte voor het creëren van vertrouwen en veiligheid. Verzorgenden stellen zich in dit traject immers ook kwetsbaar op.” 

Optimaliseren

“Bij eigen regie in betekenisvol handelen gaat het erom vooral geen handelingen over te nemen zonder dat de persoon je hierom vraagt, maar de wensen en mogelijkheden van de ander te versterken of ondersteunen in activiteiten die voor de persoon belangrijk zijn”, geeft Graff aan. ”Spiegelen is een belangrijk onderdeel” vertelt Roets. “Ga eens tegenover iemand zitten en spiegel het gedrag. Maak vervolgens gebruik van de mogelijkheden om de situatie te optimaliseren.” Je kunt dit ook doen door een herkenbare handeling te starten en de ander uit te nodigen mee te doen. “Een mooi voorbeeld is je glas heffen om te proosten, het drinken volgt daarna vanzelf. Het gaat erom iemand als persoon te benaderen, en de beleving centraal te zetten.”

Uit onderzoek blijkt dat zowel de persoon met dementie als de professional meer tevreden zijn. “We staan bewust stil bij de verbeteringen en bij de vraag of we die ook terug zien bij de persoon met dementie. Dat geeft ook zekerheid in het handelen van de verzorger.” De persoon met dementie ervaart meer grip, eigen regie en gevoel van competentie en minder hopeloosheid. Verzorgers ervaren meer professionele kracht, en meer voldoening. “Bovendien zien we dat gedragsproblemen verminderen en dat het contact vloeiender verloopt.”

Doorontwikkeling

Het overgrote deel van de mensen met dementie woont thuis, en deze groep zal de komende jaren blijven groeien. Wat kan de SOCAV-methode voor hen betekenen? Graff: “In de intramurale situatie hebben we ontdekt hoe de methode werkt en deze verbeterd. Tegelijkertijd zagen we juist in de thuissituatie veel mogelijkheden om de eigen regie te versterken. Bovendien is het belangrijk om in de manier van benaderen een brug te slaan tussen de thuissituatie en de intramurale situatie.”

Daarom wordt de SOCAV-methode nu onderzocht in de thuissituatie. Daar is er als het ware sprake van een driehoek: de mantelzorger, de persoon met dementie en de professional. In de thuissituatie worden zowel de professional als de mantelzorger getraind. Samen bepalen zij doelen en werkwijzen, en reflecteren ze. De onderzoekers van het Radboudumc meten de effecten op eigen regie en kwaliteit van leven van zowel de persoon met dementie als de mantelzorger en  veranderingen in attitude en gedrag bij de verzorgenden. Ze zien in de eerste resultaten positieve veranderingen.

“In de kern draait de aanpak om echte aandacht en interesse voor mensen. Vanuit dat startpunt kom je al heel ver. Iedereen kan ervan leren, zo werken we toe naar een klimaat van openheid. We willen het besef dat je handelingen niet zomaar moet overnemen laten groeien. Laat iemand het zelf aangeven wat hij wil, wat hij kan zelf doen, stimuleer dat, en ondersteun als het niet lukt.”